PJP = Pneumocystis jiroveci pneumonie (voorheen PCP) 

Indicatie: divers.

Eerste keuze:

- cotrimoxazol 1 dd 480 mg po.

Alternatieven (niet in volgorde van voorkeur):
- atovaquon 1 dd 1500 mg po;
- dapson 1 dd 100 mg po of 2 dd 50 md po;

- pentamidine aërosol 1 x per mnd 300 mg;

- dapson 1dd 50 mg po + pyrimethamine 1x per wk 50 mg + folinezuur 1 x per wk 25 mg;
- dapson 1 x per wk 200 mg po + pyrimethamine 1 x per wk 75 mg + folinezuur 1 x per wk 25 mg.

__________________________________________________________________________________________________________________________________________________

De werking van cotrimoxazol is voor deze indicatie het meest gebruikt, het meest onderzocht en het meest bewezen effectief: in geval dat cotrimoxazol is gestaakt vanwege milde bijwerkingen wordt geadviseerd dit middel opnieuw te introduceren nadat de bijwerkingen zijn verdwenen. Hierbij kan overwogen worden om bij de re-introductie de dosis of de frequentie langzaam op  te hogen. Bijna 70% van de patienten met bijvoorbeeld koorts en/of huiduitslag tolereert de re-introductie goed. Overleg zonodig met infectioloog of arts-microbioloog.

Pentamidine is een risicovolle stof en daarom dient er een voor risicovolle stoffen geschikte  vernevelaar toegepast te worden (bijv. de Respirgard II nebulizer).

Dapson is een sulfon dat normaliter goed wordt verdragen bij overgevoeligheid voor cotrimoxazol. Echter in geval van ernstige bijwerkingen op cotrimoxazol (bijvoorbeeld: Stevens-Johnson syndroom/toxische epidermale necrolyse, anafylaxie, hemolytische anemie), wordt aangeraden dapson te vermijden.

Vermijd het gebruik van dapson bij patiënten met (grote kans op) G6PD deficiëntie, i.v.m. hemolytische anemie.

Atovaquon heeft relatief weinig bijwerkingen maar is vele tientallen malen duurder dan dapson.