Geïnfecteerde gewrichtsprothese; débridement met behoud van prothese (DAIR = Débridement, Antibiotics, Irrigation, Retention): verwekkers anders dan stafylokokken.
Adviezen
| Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
|---|---|---|
|
Opmerking:
Te gebruiken antibiotica worden in overleg met de arts-microbioloog bepaald op basis van het antibiogram van de verwekker. Voor intraveneuze therapie wordt bij voorkeur een beta-lactam antibioticum gekozen. Voor de orale vervolg behandeling wordt bij voorkeur gekozen voor een quinolon, of een beta-lactam antibioticum. Behandeling wordt steeds intraveneus gestart, waarbij de duur bepaald wordt door de verwekker: Streptococcen en enterococcen (mits amoxicilline gevoelig) 4 weken, Gram negatieve staven en anaerobe bacteriën 2-4 weken. De totale duur van de behandeling betreft steeds 3 maanden (intraveneus plus oraal).
|
Bronnen
Categorie
Metadata
Swab vid: G-501222.4
Bijgewerkt: 10/27/2022 - 17:12
Status: Published
Algemene opmerkingen
Bij de behandeling van streptococcen is er geen bewijs voor, maar zijn er wel aanwijzingen dat het toevoegen van rifampicine 2dd450 mg per os een behandelvoordeel kan hebben.
(https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28369296/)
Bij de behandeling van Cutibacterium acnes is er geen bewijs voor, maar zijn er wel aanwijzingen dat het toevoegen van rifampicine 2dd450 mg per os een behandelvoordeel kan hebben.
(https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33300545/)
Rifampicine wordt in principe 3 dagen post-operatief bijgestart. Voorwaarde is dat het antibiogram bekend is waarmee voorkomen wordt dat rifampicine bij resistentie onnodig wordt gegeven en dat monotherapie met rifampicine en daarbij ontwikkeling van rifampicine-resistentie wordt gegeven.
Voorwaarden voor behandeling:
- duur symptomen < 3 weken
- stabiel implantaat (niet loszittend)
- afwezigheid van sinus / abces
- gevoeligheid voor antibiotica bij veroorzakende micro-organismen
In die gevallen dat een DAIR wordt uitgevoerd terwijl patiënt niet aan deze voorwaarden voldoet, maar een two-stage vervanging niet mogelijk blijkt, kan eenzelfde beleid aangehouden worden. De duur van de (eventueel langere) orale nabehandeling dan in overleg met de arts-microbioloog bepalen.
Langdurig gebruik van antibiotica kan gepaard gaan met bijwerkingen op gebied van nierfunctie, leverenzymen, elektrolyten en bloedbeeld. Afhankelijk van het gebruikte antibioticum dienen gerichte herhaaldelijke controles te worden verricht.
Denk bij intraveneuze antibiotische therapie >3 dagen aan de mogelijkheid van thuisbehandeling (zie iPortal protocol: OPAT, antibiotica infuustherapie voor thuis).
Bron:
Pubmed.gov.publication (http://www.ncbi.nl,.nih.gov/pubmed/)
Zimmerli et al. NEJM 2004;351: 1645-1654